François Poullain de La Barre logenstraft Spinoza’s vrouwbeeld

0
411

Uit de lezing die Piets
Steenbakkers gisteren als laatste in de voorjaarscursus van de VHS
die dit jaar ging over de Politieke verhandeling, hield over
democratie (hfst. 11), haal ik slechts één ding: de uitsluiting van
vrouwen (naast servi/slaven e.a.) van deelname aan het bestuur. Over
dat onderwerp is veel geschreven. En ook vormde dat hét onderwerp
van het nagesprek van mijn groep. Sommige namen het Spinoza kwalijk
dat hij zo kortzichtig had geschreven en iemand zei zich
plaatsvervangend te schamen over wat Spinoza daar in §4
van hoofdstuk 11 had geschreven…

Ik wil hier naar voren halen waar Steenbakkers op wees tegen degenen die ter vergoelijking van Spinoza erop wijzen dat hij een kind was van zijn tijd en dat je dus eigenlijk geen ander standpunt van hem had kunnen verwachten: zo vond men dat toen nu eenmaal. Dat argument, dus dat Spinoza niet anders had kunnen schrijven, wordt volgens Steenbakkers onderuit gehaald doordat in 1673, dus twee jaar voor Spinoza aan zijn Tractatus politicus begon, van de Frans-Zwitserse cartesiaanse filosoof François Poullain de La Barre (1647-1723) anoniem het boek verscheen De l’Égalité des deux sexes, discours physique et moral où l’on voit l’importance de se défaire des préjugés [Paris, Chez Jean du Puis, 1673 – "Over de gelijkheid van de twee seksen. Natuurfilosofisch en moreel vertoog, waarin men ziet hoe belangrijk het is zich van vooroordelen te bevrijden"]