Enige opmerkingen over Amor Dei Intellectualis

0
379

De titel van dit blog slaat niet op opmerkingen die ik zelf ga maken **), maar op een tekst die ik hier graag van elders binnenhaal: een tekst van bijna een eeuw geleden die, hoewel er uiteraard ook ‘iets gedateerds’ aan kleeft, vandaag nog met vrucht gelezen kan worden.

Het gaat om de voordracht EENIGE OPMERKINGEN OVER SPINOZA's AMOR DEI INTELLECTUALIS die T.J. de Boer op 30 Juni 1918 hield op de jaarvergadering van de vereeniging ,,Het Spinozahuis" te Amsterdam.
De voordracht werd opgenomen in het TIJDSCHRIFT VOOR WIJSBEGEERTE, TWAALFDE JAARGANG. [1919], p. 380 – 395.

Wie dr. T.J. de Boer was, weet ik niet; misschien de "Arabist, filozoof en polyhistor" (zoals hij in een bespreking van zijn De wijsbegeerte van den Islam in "Onze Eeuw" werd aangeduid) die indertijd hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam was? In ieder geval was de spreker goed op de hoogte met de filosofie van Spinoza. *)
Naast aan het eind enige bescheiden kritische kanttekeningen, biedt hij vooral een begrijpende en met liefde gemaakte tekst over het moeilijke laatste deel van de Ethica. 

Ik wijs vooral op enkele opmerkingen die hij maakt over de uitdrukking ,,sub specie aeternitatis” – volgens hem in zuiverder Latijn gezegd „sub specie aeterni”.
Zie hier als PDF-bestand op benedictusdespinoza.nl