* * *
“In de mystieke geschriften van Ibn Sina verschijnt de allegorische figuur van Haj ibn Jakzan (de Levende, de Zoon van den Waakzame) als vertegenwoordiger van het aktieve verstand, de laatste inkarnatie van de geestelijke wereld. Onze filosoof, zoo luidt het verhaal, bezoekt op reis het kasteel van een zijner vrienden, die een aanhanger is van de moetazilietische theologie [die nadruk legde op de absolute eenheid, transcendentie en onkenbaarheid van God, en volgens welke de Koran geschapen is]. Hun dispuut, waarin deze de wilsvrijheid van den mensch en hij de goddelijke voorbeschikking verdedigt, komt niet tot een verzoenend einde. Dan verschijnt op eens de oude eerbiedwaardige wijze, Haj ibn Jakzan, om het hemelsch geheim aan de twijfelende, zoekende zielen te openbaren.