een droom als een Dag- en Nachtmerrie

0
467

>Ik moet van die droom af!, < zeg ik.
> Dan moet je hem maar opschrijven!<, zegt Peter, mijn psycho therapeut.

Stel je voor: een enorme kijkdoos, maar dan anders, want een kijkdoos is statisch en dat is mijn droom helemaal niet.

Boven alles vormen mooie witte wolken de woorden
>>Dag van de Democratie<,
maar de wind heeft de middelste woorden bijna weggevaagd en tot een vette komma achter Dag gemaakt.

Er onder is de ene helft water, de andere helft land. Er tussen een dijk, waarop een drie meter hoge gestalte. Half beeld, half levend persoon. Als een soort Stalin staat hij daar. De rechterhand vol dadendrang en energie als vuist op de hartstreek geprest. Als voelt hij een hartaanval aankomen. In de vuist een aantal draadachtige touwen, die slap omlaag in het water hangen. De ander arm recht omhoog in de lucht, richting van het woord Dag, de hand op z’n russisch winkewinkend.
Het is onze MP. Waarom doet me dit echter veel meer denken aan Militiaire Politie, die met strenge hand de orde tracht te handhaven met harde hand ?

Maar Bakenende wilde het zelf zo, dus dan gebeurt het ook.

Als beeld zie je zijn stralende glimlach, maar de tranen stromen uit zijn ogen, even brons als de wangen, waar langs ze naar beneden lopen.
De uitdrukking zegt:
> Maar ik heb toch zo mijn best gedaan, eerst een paar keer links om, nu dan rechts om. En waarom is het dan weer niet goed? Kijk, , wat ik heb bereik(t) !<< .

En dat zie je dan aan de land-zijde.
Een landschap vol leven en beweging. Steeds hogere werktorens, maar overal die borden >Te Koop< en >Te Huur<. Kwestie van investering, denk ik dan. Links in de hoek een grijsblauwe dichte wolk, waar met een verkeersbord naar verwezen wordt. In plaats van een plaatsnaam staat er op >Achter aansluiten<.

Er zijn twee slierten vliegtuigen, die als spoorwagons aan elkaar gekoppeld lijken, van links naar rechts dalend, van rechts naar links stijgend. Het spoor zelf is geheel ondergrond, als schamen ze zich nog voor hun openbaar optreden.

Maar overal zijn machines aan het werk om te bouwen en te construeren.
In het midden van de scene is een plein opengebleven. Hier vieren zo’n driehonderd politici een soort Laatste Werkdiner, dat meer het karakter heeft van een orgie. Van enige onderlinge naijver en verschillen van inzichten is geen sprake meer. Een van de staatssecretaressen danst in een soort minikini op een van de tafels. Dit is letterlijk De Afgang.

Aan de andere zijde is het water, waar de uiteinden van de touwen zielig in hangen. Op het water in een wijde kring schepen, die kennelijk zijn losgeslagen. Ze drijven steeds verder af.

Op ieder schip hangt op de boeg een bord met één letter. Die samen het woord Democratie vormen. Langzaam verwijdert zich de halve cirkel van de dijk.

Dit zal dus de smart oproepen bij de MP ! Hij kan er niets meer aan doen dan winkewinken. Zijn tranen zijn in brons gegoten, dus moeten we die wel geloven!

De schepen zijn niet allemaal even groot.
Een van de kleinere is al een heel eind verder weg. De naam is nog net te lezen. >>De Ankette<<. Leden van de democratische regeringspartijen hadden een aantal gaten in de wanden geboord, zodat de mensen erin stil moesten blijven zitten. Anders zou het vollopen en zinken.

Het grootste schip ligt erg pregnant middenin. Het heet >De Uitzondering<> Het is een toneel op zich. Huizen- en drugsverkopers zijn in de weer en worden hier en daar afgemaakt. Evenals scholieren. Er zijn ijskasten, waar moeders baby’s ’in gedeponeerd hebben. Er is zelfs een racebaan, waar een bord de minimumsnelheid van 320 km/h aangeeft.
Achter de letter A bevindt zich een schip met kennelijk allemaal Nieuwe Nederlanders. Meest ouderen in donkere kleren, de mannen met een wit-gehaakt mutsje op. In het midden op een krikkemikkige stoel houdt een van hen een toespraak. In redelijk goed nederlandse zegt hij
>> Beste Mensen. Wat ze ook zeggen, vergeet nooit, dat als wij er al geen dertig, veertig jaar geweest zouden zijn om alle vieze werkjes op te knappen, dan zou Nederland nooit die welvaart bereikt hebben, als waar de MP nu zo groos over doet!<<. Applaus van allen.

Bij de tafels vraagt een lid van de SP aan de MP, of hij zich geen zorgen maakt over de situatie ?
> Welnee,< lacht MP op de bekende wijze, > We weten toch allemaal dat deze zee overal omgeven is door een stevige dijk ! Er is niemand, die kan ontsnappen. We kunnen rustig doorgaan met ons werk.<

> Zo, was dit alles ?<, vraagt Peter.
> Zo ongeveer wel<, zeg ik, > Maar of het helemaal weg is, weet ik niet !<<
> Waarom dan niet ?<
> Ik denkt, dat in het mooie, grote woord DEMOCRATIE geen plaats is voor de > U < !<