Niet alleen reducerende
neurowetenschappers, ook Spinoza-‘kenners’ hebben in reacties op dit blog wel
gemeend zo Spinoza’s leer over de lichaam-geest-verhouding te kunnen typeren, alsof hij ons een 'denkend lichaam' zou voorzetten.
Volkomen fout uiteraard – een voorbij zien aan zijn sterke benadrukking van de verschillen der attributen.
Ik ben niet van plan daar diep op in
te gaan, maar wil slechts wijzen op een fraai artikel van Andrey Maidansky op
zijn website over een discussie over dit onderwerp n.a.v. publicaties van o.a.
Lev Vygotsky en Evald Ilyenkov. Interessant om kennis van te nemen:
Andrey Maidansky, Polemics on res
cogitans, or how to improve Spinoza's theory of mind [hier]
De 'verbetering' van Spinoza's
theorie van de menselijke geest, zit in de benadrukking van de historische
sociale ontwikkeling van het menselijke intellect en de menselijke vrijheid
door de arbeid. Geest en lichaam ontwikkelen zich in een sociaal netwerk van
arbeid en (sociaal-culturele) relaties: hét principium individuationis.