Hoe gelukkig kunnen we ermee zijn dat de vrije wil een
illusie is? Dat wordt m.i. vaak misverstaan.
Is het niet net zo als met de zon: we kunnen wel beter
wéten, maar toch zien we een ‘kleine’ zon aan de hemel staan en dagelijks opkomen
en ondergaan, alsof hij rond de aarde draait. Zo kunnen we wel – o.a. via de
goede argumenten van Spinoza – wéten, dat de vrije wil niet bestaat, niet als
ongeconditioneerde wil kán bestaan, maar toch kunnen we praktisch niet leven
zonder die illusie.
Spinoza behandelt het probleem van het praktische handelen
(de mogelijkheid ervoor) niet zo duidelijk in de Ethica, maar wel in de Theologisch-politieke verhandeling. Daar schrijft hij:
“Voeg daar nog bij dat wij de samenhangende ordening en aaneenschakeling zelf
van de dingen, dat wil zeggen: hoe de dingen in werkelijkheid zijn geordend en
aaneengeschakeld, volstrekt niet weten; zodoende is het voor de praktijk van het leven beter, ja noodzakelijk, de dingen als
mogelijk te beschouwen." (TTP, vert. Akkerman, p. 155, vetdruk van SV).
Dat wil dus o.a. zeggen: in de praktijk van de vrije wil uitgaan, ook al is die
een illusie. [Er is al vele malen door mij over geschreven, zie een
overzicht ervan in dit blog]
Een week geleden verscheen deze tweet
gelukkig is de vrije wil een illusie #spinoza http://t.co/sTj2ikYryC
— Alexander Koene (@alexanderkoene) 23 september 2015