hoewel er nog veel meer te zeggen zou zijn over: The Psychology and Ethics of Spinoza. A Study in the
History and Logic of Ideas (1940, 21962).
Hoewel ik soms een beetje aan het twijfelen wordt gebracht door
slordigheden en fouten blijft mijn oordeel naar het positieve overhellen. Ik
geniet van zijn beschrijvingen en analyses, juist ook omdat hij er zoveel uit
de geschiedenis van de filosofie bijhaalt. Op die manier zet hij je aan het
vergelijken en het denken. Ik trek me daarbij niet zoveel aan van zijn wat
arrogant overkomende diagnoses over waar Spinoza zich volgens hem allemaal niet
van bewust zou zijn geweest; waar hij eclectisch geprobeerd zou hebben tegenstrijdige
benaderingen in één visie te verzoenen, terwijl hij dan de daarin binnensluipende
interne tegenspraak niet gemerkt zou hebben.
Ik geef een voorbeeld uit het XIIIe hoofdstuk “The Summum Bonum,” waarin hij
datgene waar de Ethica op uitloopt
behandelt. Ik citeer daaruit de volgende passage die na lange beschouwingen de
stand van zaken als het ware als volgt nog eens samenvat: