Het is een van de best geschreven biografieën die ik ooit las. Praamstra heeft zich lang en intensief met Busken Huet bezig gehouden en schreef een wetenschappelijke, objectieve biografie over de beste literatuurcriticus die Nederland ooit heeft gehad – het werd tegendeel van een hagiografie. Busken Huet was bepaald geen ‘heilige’ en Praamstra laat heel duidelijk telkens ook de minder fraaie kanten van zijn persoonlijkheid zien. Als zijn ergernis gewekt was – en dat was snel, want hij legde zijn maatstaven hoog bij de beste Europese en vroegere literatoren – dan kon hij ongenadige scherpe kritiek spuien. Hij werd om zijn kritieken in De Gids dan ook wel aangeduid als ‘de beul van Haarlem’ (waar hij toen woonde). Meermalen beschrijft Praamstra dat Busken Huet een blinde vlek had voor de ergernis die hij bij anderen met zijn scherpe pen opwekte.
Praamstra is verder erg goed in het kort uitleggen van allerlei historische omstandigheden (de universitaire organisatie in de 19e eeuw, het studentenleven, de revolutie van 1848, het cultuurstelsel etc.)