Vorig jaar was in Duitsland veel
commotie over jongensbesnijdenis, n.a.v. een oordeel van een rechter die het als mishandeling zag en verbood.
Daar in diverse artikelen Spinoza erbij werd gehaald, wijdde ik op 7
juli 2012 een blog aan het onderwerp: "Spinoza over besnijdenis" [Cf.];
op 14 juli 2012 gevolgd door: "Streit ums Beschneidungsurteil" [Cf.].
Aanvankelijk gingen in de Bondsdag stemmen op voor een landelijk
verbod, maar een politieke oplossing werd gevonden en in december
2012 besliste de Bondsdag dat jongensbesnijdenis onder voorwaarden
legaal moest zijn, waarna de rust enigszins weerkeerde. [Zie ook wiki
Circumcision and law]
Nu is er deze maand een nieuwe
golf van commotie ontstaan n.a.v. de resolutie die op dinsdag 1
oktober 2013 in Straatsburg door de Parlementaire Vergadering van de
Raad van Europa met 78 stemmen vóór en 13 werd aangenomen, n.l. de
Children's Right to Physical Integrity [PDF];
men is "particularly worried about a category of violation of
the physical integrity of children," waaronder "circumcision
of young boys for religious reasons." De Raad roept alle landen
op om in gesprek te gaan met religieuze groepen en een "publiek
debat te beginnen met het doel om kinderen te beschermen tegen
aantasting van hun mensenrechten." Besnijdenis van jongens is
een "aantasting van de fysieke integriteit van kinderen",
volgens de Raad.
Een dag eerder maakten de kinderombudsmannen van
Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland en Groenland in Oslo
bekend dat ze hun regeringen gaan oproepen om niet-medische
besnijdenis van jongens te verbieden.