Al eerder, 16 sept. 2009, had ik een blog Schopenhauer’s Spinoza, maar dat gaf niet zijn hele Spinoza-beeld. Ik denk niet dat dit blog er nu uitputtend over zal zijn, maar ik zal het iets dichter naderen. Aanvankelijk had ik in de titel iets van Schopenhauer’s ‘haat-liefde-houding’ tegenover Spinoza willen opnemen, maar dat zou de waarheid te vaag weergeven: Schopenhauer had een enorme bewondering voor Spinoza en zag hem als zijn voorloper, waaraan dan overigens wel iets te verbeteren viel. Ook als hij zijn methodologie bekritiseerde bleef hij Spinoza als een uniek genie zien. En dat in weerwil van Schopenhauer’s antisemitisme: in zijn optimisme en realisme had Spinoza ’t joodse in hem niet kunnen afleggen, meende hij. En af en toe had Schopenhauer het over: ‘Ecce Judaeus’ – een vergelijking waarin zijn bewondering doorklonk.
Ondanks hun verschillende filosofische houdingen (de een optimist, de ander pessimist) hadden ze veel gemeen. Spinoza’s concepten hebben een enorme invloed op Schopenhauer uitgeoefend. Volgens Brann zit er in Schopenhauer zelfs meer Spinoza dan, zoals algemeen wordt aangenomen, Kant. 1)
Wie een merkwaardige passage schrijft, als welke Samuel Rappaport van Schopenhauer citeert, gaat wel ver in z’n identificatie:
„Spinoza starb den 21. Februar 1677; ich bin geboren den 22. Februar 1788 — also genau 111 Jahre d. 100 Jahre + 1/10 davor + 1/10 nach seinem Tode: oder man setze Eins zu jeder Zahl seines Todes-Tages (soweit es in diesem Jahrtausend möglich ist) so hat man meinen Geburtstag. It's very old. — Pythagoras würde sagen . . . ." 2) |