In vervolg op het vorige blog over “Spinoza’s uitstapje naar het door de Fransen
bezette Utrecht”, wilde ik aandacht geven aan het hekeldicht van Joachim Oudaen, waarin hij onder meer
de spot drijft met Spinoza’s aanzitten aan de tafel bij de Fransen. Dat gaat
ook gebeuren in een volgend blog. Oudaen droeg dat gedicht bij aan het boek van
zijn vriend Adriaan Verwer dat in 1683 verscheen en de lange programmatische
titel droeg:
t Mom-Aensicht Der
Atheistery Afgerukt door een Verhandeling van den Aengeboren Stand Der
Menschen, Vervattende niet alleen een Betoogh van de Rechtsinnige Stellinge,
maer ook voornamentlijk een Grondige Wederlegging van de tegenstrijdige
Waen-gevoelens en in't bysonder van de geheele Sede-Konst, Van Benedictus de
Spinoza. Amsterdam: Wilhelmus Goeree, 1683.