Acquiescentia in se ipso

0
350

Tevredenheid met zichzelf of zelfvoldaanheid (zo vertaalt Henri Krop) definieert Spinoza als “de blijdschap die ontstaat, doordat de mens zichzelf en zijn vermogen tot handelen beziet”: Acquiescentia in se ipso est laetitia orta ex eo, quod homo se ipsum suamque agendi potentiam contemplatur [IIIdef aff. 25). Ook in het scholium van IIIP30s is sprake van acquiescentia in se ipso, tussen gloria, pudor & poenitentia.

Zoals in het deel erop, IVECaput 4, blijkt is het “hoogste goed” dat we “in dit leven” (uiteraard ons enige leven) kunnen bereiken: de gelukzaligheid (beatitudo), wat hetzelfde is als gemoedsrust (acquiescentia animi) die ontstaat uit de intuïtieve kennis van God. Kennis van God is het hoogste goed, niet omdat dit een goed middel is om ons bestaan te onderhouden, maar om zichzelfs wille (IVP28).