Naar mijn indruk is er de laatste jaren, vooral sinds de
boeken van Michael Lebuffe (From Bondage to Freedom: Spinoza on Human Excellence, 2007) Matthew Kisner (Spinoza on
Human Freedom. Reason, Autonomy and the Good Life, 2010), Andrew Youpa
(2010), en Matthew Kisner & Andrew Youpa (Eds.) (Essays on Spinoza's Ethical Theory, 2014) die alle vooral het
accent leggen op de ethische kant van Spinoza’s filosofie ofwel Spinoza’s
ethische theorie, meer aandacht gekomen resp. aan het komen voor Spinoza’s sociale
filosofie. Zo worden concepten als ‘de wijze’ of ‘de vrije mens’ (en zijn
relatie tot de menigte), individuatie (als transindividuatie) en ‘relationele
autonomie’ opnieuw doordacht.
Werd in het verleden sterk op de individuele kant van de Ethica gewezen (de conatus en het pogen tot zelfbehoud van elk individu), de laatste tijd zie je
veel meer aandacht ervoor dat Spinoza juist ook voor dit pogen om in z’n bestaan te volharden en vrij en
wijs te worden, alle aandacht heeft voor het hebben van (juiste) relaties. Ook
de wijze kan niet zonder anderen, zonder de samenleving.
Ik wijs hier op enige recente artikelen die ik de laatste
tijd tegenkwam en die ik, als ik een reader over Spinoza’s sociale theorie zou
mogen samenstellen, daarin zou willen opnemen. Aanbevolen dus.