Na een verbluffend profdebuut in 2008 waren de verwachtingen voor dit seizoen hoog gespannen bij Belgisch kampioen Jürgen Roelandts. Een tuimelperte in Qatar gooide echter al op koersdag drie roet in het eten. Roelandts kampte met heupproblemen en moest twee weken later uit de Ruta del Sol stappen. Een barst in de eerste en tweede lendenwervel, het gevolg van een nieuwe val in Dwars door Vlaanderen, deden zijn voorjaar helemaal in het water vallen. Begin mei kregen we Roelandts opnieuw vooraan te zien in de massasprints van de 4-daagse van Duinkerke (hij werd 2e in de slotetappe). Na zijn 3e plaats in de Tour de Rijke kwam de Brabander in Zwitserland nog te kort tegen Cavendish en co, maar in de Ronde van Polen was het wel bijna raak. Napolitano, Brown en Haedo moesten eraan geloven, voor Boasson Hagen en een keertje Furlan was Roelandts net een maatje te klein (2e). Het overtuigde de ploegleiding wel om hem dit seizoen in de Vuelta te laten debuteren in een grote ronde. Voor de Bodegemse bakkerszoon ging in 2008 in Knokke een droom in vervulling toen hij Belgisch kampioen werd vóór Sven Vanthourenhout, Niko Eeckhout en Tom Boonen. Roelandts schoot als neoprof ook meteen in de roos in de Ronde van Polen en de Franco Belge. Een jaar eerder, toen hij nog studeerde aan de universiteit, had hij ook al in stijl afscheid genomen van de beloftencategorie met winst in Parijs-Tours.