De oudste krijger is hij niet in Mendrisio, maar een renner die op zijn 34ste debuteert op een wereldkampioenschap blijft hoe dan ook iets speciaals. Dat Bert de Waele een laatbloeier is, is het minste wat je kan zeggen. De Waele werd pas op zijn 26ste prof bij Landbouwkrediet. De voorbije seizoenen stootte hij echter definitief door tot de toplaag van de Vlaamse wielrennerij. Op zijn palmares prijken mooie ereplaatsen in onder meer de Omloop Het Volk (2e), de E3-Prijs (4e) en Parijs-Brussel (4e). In 2007 zette de Oostrozebekenaar de kers op de taart in de GP van Wallonië, waar hij iedereen een neus zette. Voor De Waele was het een antwoord op zijn niet-selectie voor het WK in Stuttgart, wat hem en de ploegleiding woedend maakte. Het seizoen daarop was De Waele opnieuw een van de meest regelmatige Belgen. Vooral zijn top 20-noteringen in de Waalse Pijl (12e), de Brabantse Pijl (12e) en zeker Luik-Bastenaken-Luik (19e) vielen op bij het grote publiek. Op De Waele lijkt gewoon geen sleet te komen. Na zijn 10e plaats in de Ronde van Vlaanderen ging hij dit seizoen zelfs met de zege aan de haal in de koninginnenetappe van de Ronde van België. In Fléron haalde De Waele het zowaar van Greg Van Avermaet en Lars Boom. Ondanks zijn 4e plaats in de Polynormande en de eindstad van Parijs-Corrèze zag hij de WK-bui echter opnieuw hangen, maar een sterke Druivenkoers (2e) en een alweer geslaagd examen op de Citadel van Namen (4e) brachten hem eindelijk op het selectieblad van bondscoach Carlo Bomans.