De eerste winter met onze centrale verwarming op hout in combinatie met zonne-energie zorgde er voor dat ik alweer versteld stond van de enorme hoeveelheid hout die je op nodig hebt.
Net als vorig jaar zorgde ik – naar mijn idee – voor een immense houtvoorraad van allemaal omgevallen, zieke en dode bomen en net als toen merkte ik dat Natascha van bij aanvang eerder sceptisch stond tegenover mijn ‘onuitputtelijke’ reserve.
En yep, eveneens zoals vorig jaar ‘won’ het hout met glans, al moet je eerlijk zijn dat de omstandigheden mij niet hebben meegezeten: een zeer koude winter met regelmatig sneeuw (uitzonderlijk volgens de plaatselijke helden, hadden we dat vorige winter niet ook moeten horen?) zorgde natuurlijk voor extra houtgebruik.
Toch haalden we begin maart, begon de zon te schijnen, leken de eerste knopjes uit te komen en steeg mijn hoop, we zouden genoeg hebben….tot het alarmerende weerbericht van deze week, elke dag werd er ‘sneeuwstorm’ op zondag voorspeld!
Al mijn trots opzij schuivend belde ik dan toch maar onze houtboer en zaterdagochtend kwam de brave man – in mijn verbeelding licht spottend grijnzend – 3500 kilo hout op onze oprit storten, met als resultaat dat we de ganse dag zijn bezig geweest dat allemaal naar binnen te krijgen en te stapelen alvorens de sneeuw zou komen, nat brandt dat immers niet zo vlot.
Ik was dan ook bijna tevreden (ondanks de rugpijn van die verdomde houtblokken,
Het wordt nu toch dringend tijd dat we kunnen zingen en dansen van ‘daar is de lente, daar is de zon en de blaadjes krijgen bomen’, dju toch.
(Nicolas)