Het is zomer en dus sprinkhanentijd. Ook de Struiksprinkhaan (Leptophyes punctatissima) is gelukkig weer in de tuin te zien. Toch wordt deze vrij algemene sprinkhaan door maar weinig mensen gezien. Dat komt deels door hun groene kleur en deels door hun verborgen leefwijze. Als je eenmaal weet waar je ze moet zoeken, zie je ze bijna overal. In de beukenhaag, in de bloemenborder, op de Rododendrons, Klimop en op de Blauwe regen onder het slaapkamerraam. Als ze uit het ei kruipen zijn de nimfen al meteen mini- sprinkhaantjes en na elke vervelling worden ze steeds groter. Na hun zesde vervelling zijn ze volwassen. Op de foto staan twee exemplaren, vooraan een vrouwtje en achter het mannetje. Het vrouwtje is gemakkelijk te herkennen aan haar legboor. Nog twee vervellingen en dan mogen ze weer voor het nageslacht zorgen. Maar eerst even nog van de zomer genieten!