De Koningsvaren (Osmunda regalis) is onze grootste inheemse varen die zeer langzaam groeit en kan ook mede daarom meer dan een eeuw oud worden. Iedere herfst sterft hij bovengronds af om in de late herfst met iets grotere bladeren terug te komen. Door de trage groei, het verlies van geschikte groeigebieden en in het verleden verzamelen door orchideeënkwekers is de varen op veel plaatsen schaars geworden. De wortels werden verzameld om tot kiembed voor orchideeën te worden verwerkt. Het duurt tientallen jaren voordat er voor een uitgestoken fors exemplaar weer een even grote plant in de plaats is gekomen. Er zijn tegenwoordig genoeg alternatieve voor de orchideeënkweek. Voor welke reden dan ook, is het uitgraven van Koningsvaren onverantwoord. Ook op de weinige plaatsen waar ze talrijk voorkomen. In Nederland en andere Europese landen is deze "monumentale" varen wettelijk beschermd. De bedoeling van deze bescherming zou ook moeten zijn dat de groeiplaats van deze mooie varen bij landinrichtingen zoveel mogelijk moeten worden ontzien. Vooral bij onderhoudswerkzaamheden in het bos, beek, slootkant, greppel en kasteelgracht (zoals op de foto) dient men rekening te houden met deze koninklijke varen.