De vrij onopvallende geelgroen gekleurde bloemen van de Gewone kardinaalsmuts (Euonymus europaeus) worden in mei door insecten bestoven. Deze struik kun je op veel plaatsen aantreffen. De plant komt van nature vooral daar waar de bodem kalk aanwezig is. De larven van de kardinaalsmutsstippelmot (Yponomeuta cagnagella) zijn compleet afhankelijk van deze enige voedselbron. De Gewone kardinaalsmuts bevat een soort zoetstof (dulcitol) voor de eters van deze struik heeft deze "zoethout" een grote aantrekkingskracht. De plant herstelt zich verbazend goed na vraat door bijvoorbeeld konijnen. Vanwege de aantrekkelijkheid in de herfst worden ze vaak aangeplant in tuinen en plantsoenen. De rode tot rozerode vruchtjes die lijken op een omgekeerde kardinaalshoed. Het is voor mensen af te raden om deze giftige vruchten te eten. Voor wie niet wil luisteren staat braken, buikkrampen, diarree en sufheid op het programma. Na het openspringen kun je er grote, oranje zaden in terugvinden waar vogels wel dol op zijn. Zij zorgen voor verdere verspreiding. De zaden van deze bladverliezende struik zijn meteen het mooiste wat ze te bieden hebben maar later in de herfst zijn de bladeren met hun mooie herfstkleur in tinten van rood en paars ook de moeite waard. Vroeger gebruikte men het hout voor het maken van spoelen voor het spinnen van wol, vandaar de Engelse benaming spindle tree. Zo blijft deze plant ondanks zijn klerikale muts toch een struik voor het gewone volk.