Zittend in de achtertuin onder de paraplu wacht ik gewoon rustig af. Het is ook veel te heet om ook maar iets te doen. Met een verfrissende nectarbar in de vorm van een Vlinderstruik bij het terras is het goed uit te houden. Het is dan ook een komen en gaan van vlinders. De Koninginnenpage is soms met vijf exemplaren aanwezig en stelen de show. Maar dan vliegen veel vlinders weg en daar komt een fors uitgevallen hommel aan snorren! Maar, nee het lijkt wel een Kolibrievlinder maar toch klopt er iets niet. Deze maakt veel meer een hard snorrend geluid. Ook de vlucht komt anders over het is meer beheerst dan de zenuwachtige vlucht van de Kolibrievlinder. Toch maar even opstaan en dichterbij kijken. Hij laat zich goed bekijken en voordat ik mijn fotolens erop had gericht was hij weer weg! Inmiddels zijn alle vlinders weer in grote getale weer aanwezig. Nog geen vijf minuten later… Woow, daar is die weer! Een Glasvleugelpijlstaart (Hemaris fuciformis).
Het is een dagactieve nachtvlinder uit de familie Sphingidae (pijlstaarten). Het achterlijf is bont gekleurd met twee opvallende witte vlekken op de zijkant en een roodachtig bruine band, die door het wegslijten van de haren uiteindelijk zwart wordt. De mooie voorvleugels hebben een lengte van 20-24 mm. Langs de randen van de voor- en de achtervleugel bevinden zich een brede roodbruine zoom. Kenmerkend is dat de tamelijk brede cel, die in het wortelveld langs de voorrand van de voorvleugel ligt, door een duidelijke donkerbruine ader in tweeën is gedeeld. Verse vlinders hebben een dunne laag lichtbruine schubben op hun vleugels die echter al tijdens de eerste vlucht loslaten en verdwijnen, waarna de kenmerkende transparant glasachtig doorschijnend glasvleugels overblijven. Wellicht door het ontbreken van de geluiddempende vleugelschubjes maakt hij meer geluid tijdens de vlucht. Misschien is dit wel "hommel"geluid wel handig preventief en schrikt sommige vogels af om ze te vangen. Zeker als hij stilhangend met zijn lange tong nectar uit het liefst buisvormige bloemen drinkt is hij kwetsbaar.
Meestal ondersteund hij zich licht met een voorpootje tijdens het het drinken bij de bloem. Het is een bekwame beheerste luchtacrobaat en eenmaal weer het luchtruim is het een zeer snelle vlieger. Deze nachtvlinder heeft een groot verspreidingsgebied. Van Noordwest-Afrika via heel Europa tot Zuid-Engeland en Zuid-Scandinavië toe. In het zuiden over de Balkan tot de Zwarte Zee en Turkije. In Afrika langs de Middellandse Zeekust van Algerije en Centraal en Oost-Azië. Het is in Nederland niet zo algemene soort die vooral voorkomt in de kuststreek, maar ook verspreid op de zandgronden in het binnenland te vinden is. Hij zit daar op brede bospaden, open plekken in het bos, heiden en duinen. Maar ook in zonnige wind beschutte tuinen is hij te zien. De vliegtijd loopt van eind april tot half september, per jaar vliegen twee generaties. De tweede generatie is gewoonlijk minder talrijk. De eitjes worden op Kamperfoelie, Sneeuwbes en Walstro gelegd. De rupsen hebben voor de pijlstaartenfamilie kenmerkende puntstaart en vaak rode ringen om de stigma's. De rupsen zijn te zien van juni tot augustus. Het overwinteren gebeurt als pop tussen dorre bladeren op de grond. In het volgende voorjaar komt de pop uit en kunnen we in de tuin weer genieten van deze supersnelle glasvezelvlinder!