Een langgevelboerderij is de meest gebruikte naam van een boerderijtype dat algemeen voorkomt in het oosten van de provincie Noord-Brabant, het noorden van Nederlands Limburg, de Limburgse en Antwerpse Kempen, Vochtig-Haspengouw en Hageland. In Oost- en West-Vlaanderen vindt men verder geëvolueerde vormen van dit boerderijtype. De langgevelboerderij is in de loop van de achttiende en negentiende eeuw ontstaan uit een boerderij van het type hallenhuis. Ook al waren alle belangrijke functies in een gebouw ondergebracht, toch kwamen er ook bijgebouwen voor. Ook hier staat bij het erf een mooi oud bijgebouw. Elke keer als ik daar over het erf loop voel je de historie. De silhouetten van de oude zomereiken vormen dan ook een harmonisch geheel. Maar ook door de mooie verhalen uit lang vervlogen jaren, met een hoog entertainment gehalte, van de laatste bewoners van de boerderij in je achterhoofd maken de sfeer helemaal compleet. De hoge poort verraad dat hier grote wagens werden geplaatst. Ik neem bukkend de kleine deur in de grote poort. Even moeten mijn ogen wennen aan het getemperde licht. De tand des tijds heeft er voor gezorgd dat er lichtbundeltjes tussen pannen door kan schijnen. Nog maar een handje vol poppen zitten nog op de plek waar ze horen te zitten. Een van die poppen ligt op de grond. Zo'n bundeltje stro in de vorm van een poppetje zorgt er voor dat de pannen goed blijven zitten. Er staan nog een paar oude spullen die verwijzen naar het gebruik van het gebouw. Waar de koeien hebben gestaan zit nog een betonnen veeroostervloer van een recenter tijdperk. Boven mijn hoofd hoor ik iets in het overjarige hooi ritselen. Je ruikt een Steenmarter. De houten ladder die vol met houtworm zit zal ik maar niet gebruiken. Terwijl ik omhoog kijk zie ik iets staan wat me inspireerde om dit blogje te maken. Namelijk de prachtige eikenhouten dakondersteuningen. Wat een schoonheid van vakmanschap. Het lijkt wel of de natuurgevormde zijsteunbalken ter plekke in het bos zijn uitgezocht om de juiste bochten te verkrijgen en alles in pen en gat verbindingen waar geen spijker aan te pas is gekomen. Zonder iemand te willen beledigen is er in de jaren nadien heel wat bijgeknutseld. Maar zo gaat dat nu eenmaal. Hopelijk wordt er ooit geld gevonden om ook deze schuur weer nieuw leven in te blazen met behoud van zijn bijzondere karakter. En als ik er iets langer naar kijk zie ik een eeuwenoude Zomereik in de stal staan, zoals die ook in het landgoed groeien, maar dan in de gestileerde versie.
