Drie stappen vooruit.

0
674


Wandelend
door Midden-Limburg wordt het anders zo adembenemende glooiende landschap in de
zomer compleet visueel verpest door de manshoge grootschalige mestvretende maïsakkers.
Maar wie in de driehoek tussen de dorpen Linne, Montfort en St. Odiliënberg
over de Linnerheide de boerderij Mortelshof nadert wordt aangenaam verrast. De
geïsoleerde landbouw oase, in het verder intensief gebruikte landbouwgebied, is
alweer een paar jaar in eigendom en beheer van de Stichting het Limburgs
Landschap. Het akkercomplex wordt op een natuurlijkere manier beheerd. Door de
afwisseling aan geteelde landbouwgewassen die deels niet worden geoogst vormt
dit met name voor de winter een grote aantrekkelijke foerageerplaats voor
zaadetende zangvogels. Ook de jaarlijks met succes broedende Kerkuilen van de
centraal liggende boerderij hebben een gedekte tafel op dit prachtige
akkerreservaat. Een van de opvallendste gewassen die naast haver geteeld worden
is Boekweit (Fagopyrum esculentum).

De botanische naam Fagopyrum  betekent beuktarwe (fagus = beuk (de
boom) en puros = tarwe). In gewestelijk Nederlands staat boek voor beuk
en weit voor tarwe. In andere delen van Europa kent Boekweit overeenkomstige
namen: 'Buckwheat' (Engels), 'Buchweizen' (Duits) en 'boghvede' (Deens). Boekweit
is een plant uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae). Deze eenjarige plant
met een holle rechtopgaande, zich meermalen vertakkende, heeft een rode stengel.
De bladeren zijn driehoekig tot hartvormig en bevinden zich verspreid op de
knopen. Het wortelstelsel omvat een zich sterk vertakkende penwortel. Boekweit
is een cultuurgewas dat waarschijnlijk afkomstig is uit een tamelijk droog deel
van China en meer in het bijzonder een gebied grenzend aan Mantsjoerije,
Mongolië en waarschijnlijk ook Tibet en werd volgens sommige via de zijderoute door
de Mongolen aan het eind van de middeleeuwen naar Oost-Europa gebracht en later
van daaruit naar Midden- en West-Europa. Boekweit werd gedurende enkele eeuwen
in Europa op vrij grote schaal verbouwd. De bloei begint al in een jong
stadium, soms al na zes weken, en gaat dan vijfentwintig tot dertig dagen door.
De bloemen zijn in langstelige pluimen gegroepeerd, wit tot roze van kleur. Voor
de bestuiving zijn Honingbijen de belangrijkste insecten. De bloemen bloeien
maar één dag, alleen in de morgen gaan ze open en direct na de middag weer
dicht. De bijen bevliegen de Boekweit tussen negen en twaalf uur 's morgens. De
optimale nectarafscheiding vindt plaats tussen de 16-26 °C en duurt een
tot vier uur. De Honingbijen halen zowel nectar als stuifmeel op. Door de lange
bloeitijd is Boekweit ideaal voor het winnen van de gewilde bruine aromatische
boekweithoning.

Voordat de bloei ten einde is zijn er al rijpe vruchten. Omdat
Boekweit bij droog weer bij afrijping last had van zaaduitval moest de oogst
voorzichtig gebeuren. Het handmatig maaien gebeurde dan ook vaak bij avond, 's
nachts bij volle maan, of in de vroege morgen als de luchtvochtigheid hoger
was. Hierdoor ging er minder zaad verloren. Na 1945 werd Boekweit ook gedorst
met aflegger, graanmaaier of maaidorser. De vorm van het boekweitzaad komt
sterk overeen met die van beukennootjes al zijn ze beduidend kleiner, ongeveer
6 mm lang. Het zaad werd tot meel gemalen, hoewel Boekweit beslist geen graan
is. Boekweit is een 'pseudograan': de zaden, het meel en alle andere afgeleide
producten van Boekweit bevatten geen gluten. Boekweit is een ideale
graanvervanger voor mensen die allergisch zijn voor graangluten. Daarnaast
bevat boekweitmeel bevat veel magnesium, kalium en fosfor. Het is voedzaam en
licht verteerbaar.  Boekweit was een
uitkomst voor de "arme boeren" die geen mogelijkheden hadden om te
investeren. Zij konden boer zijn en blijven zonder vee of kapitaal. Boekweit had zijn bestaan te danken
aan de omstandigheid dat het op schrale grond nog een redelijke opbrengst gaf,
ondanks de nadelen die aan het gewas kleefden. Het was een weersgevoelig en
daarmee onzeker gewas. De uitspraak: "Het is een boekweitenverbouw" wordt
wel eens gezegd als er sprake is van een riskante onderneming. Verder was de
oogst en het bewaren van Boekweit bewerkelijker dan van rogge en haver. In het
midden van de negentiende eeuw besloeg Boekweit in heel Nederland nog acht
procent van het landbouwareaal (65.000 ha) na de Tweede Wereldoorlog is het helaas
praktisch verdwenen. Door grondverbetering en bemesting steeg de productie van
de graangewassen belangrijk, terwijl bij Boekweit eerder het tegendeel het
geval was. Zodoende daalde het rendement ten opzichte van granen. Door het
beschikbaar komen van goedkoop graan op de wereldmarkt veranderde ook het
voedingspatroon. Door deze veranderde omstandigheden viel voor de Nederlandse boekweitteelt
het doek. Polen en in mindere mate Frankrijk zijn nog de belangrijke Europese
productielanden van Boekweit als voedselgewas. Boekweitmeel is geroemd als basis
voor pannenkoeken. Tijdens een rondreis door Polen maakten we kennis met dit
gerecht. Terwijl wij onze tent opzetten in een hoogstamfruitboomgaard met een
koe aan de ketting, als buurvrouw, naast de boerderij kregen we ongevraagd als welkomstgerecht
van de boerin boekweitpannenkoeken met hun zelfgewonnen boekweithoning. Met als 1,2,3,…
afsluiter wodka gelijkende drankje. En ik moet zeggen, het was een
heerlijke pannenkoek. Bij het vertrek in de volgende ochtend werden we
uitgezwaaid en kregen we van de vriendelijke boerenechtpaar als
"noodrantsoen" nog een grote zak Poolse Boekweit mee. Iets om nooit
meer te vergeten. Met de aanblik van de bloeiende massa Boekweit kreeg ik het
gevoel dat ik in de tijd terug werd geworpen. Ik bedoel dat niet negatief in
tegendeel zelfs. Van wat voorbij is kunnen we proberen het goede te behouden en
lering uit trekken. De oude cultuurhistorie verdient het om niet vergeten te
worden of opgeslagen te worden in stoffige boeken en internet. Daarnaast is het
toch visueel fraai om iedereen het oude verleden levendig zichtbaar en tastbaar
te maken. Dat stemt me meer dan hoopvol voor de toekomstige horizon. Dat juist
de Stichting het Limburgs Landschap hier in Midden-Limburg een "stapje
terug in de tijd heeft gezet" laat zien dat het ook anders kan. Voor mij betekend
dat mij drie stappen vooruit voor de natuur.