Over deze Spinoza-geleerde over wiens boek ik enthousiast mijn vorige blog schreef, wilde ik graag meer te weten komen, maar dat is nog niet eenvoudig: er is nergens een pagina met iets méér informatie over hem – er bestaat bijvoorbeeld geen de.wikipediapagina over hem en ook kwam ik nergens een essay of commentaar over zijn werk als Spinoza-filosoof tegen. Ik krijg geen enkele hit naar een artikel dat over hem en zijn filosofische werk verschenen is. Er is alleen nog het overzicht van zijn publicaties te vinden op de site van de universiteit waarvan hij sinds 2002 emeritus is. [Hier]
Behalve enige negatieve uitlatingen over hem van Wim Klever op dit weblog gedaan, kwam ik alleen deze instemmende regel in een tekst van Herman De Dijn tegen: “De geest kan een wonderbaarlijke mate van autonomie bereiken. Dat kan echter alleen, zoals Wolfgang Bartuschat terecht opmerkt, als de geest erin slaagt zijn eigensoortige, zelfbewuste activiteit van adequaat denken verregaand te ontplooien.” Waarbij De Dijn verwijst Bartuschat’s, Spinozas Theorie des Menschen, [Hamburg, Felix Meiner, 1992 – hier]. Dat boek zou zijn levenswerk zijn en is het werk waarnaar ook het meest verwezen wordt. Jammer genoeg heb ik geen toegang tot de twee recensies die er volgens de Duitse Spinoza-Bibliografie over verschenen: van J. Thomas Cook in Studia Spinozana (1997) en van Gabor Boros in Mesotes 3 (1993).
Eli Diamond schreef in een artikel over de TTP: “Wolfgang Bartuschat shows how Spinoza’s ontology of power is the common basis for the philosophical perspective of the Ethics and the theological and political investigation of the TTP.” [Hier]