Vandaag 300 jaar geleden, op 30 oktober 1710, werd Hendrik Wyermars (± 1685 – na 1749) veroordeeld tot de zwaarste straf ooit voor iemand die slechts een onwelgevallig boek had geschreven: hij werd veroordeeld tot 15 jaar Rasphuys, ‘buiten acces, sonder pen, int of papier’, betaling van 3000 gulden boete en daarna 25 jaar verbanning uit de provincie.
In zijn boek, Den ingebeelde Chaos, dat in juni dat jaar was uitgekomen, was de vrijdenker uitgebreid in discussie gegaan met Spinoza. Hubert Vandenbossche typeerde dat boek als een "Tractatus de emendatione Spinozae" en Jonathan Israel duidde de zwaar vervolgde auteur aan als "martelaar van het radicale denken.”