Mijnheer van Baal is, ondanks de vakantietijd, op zakenreis. Het is al laat in de avond, wanneer hij met zijn auto odnerweg door een donkere bosrijke omgeving besluit bij een eerstvolgend hotel de nacht door te brengen. En… hij heeft geluk. Direct nadat het bos was opgehouden ziet hij rechts de bierreclame en een aantal verlichte vensters. Hij meldt zich aan bij de receptie, maar daar vertelt men hem, dat men >volgeboekt< is, zo in deze tijd een normale zaak. Maar, er is nog wel een zolderkamer met een twijfelaar, wanneer hij daar mee genoegen wil nemen?
Nood breekt wetten dus stemt hij toe. Maar na een half uur in het brede bed te hebben liggen draaien wordt er op de deur geklopt.
De directeur zelf !
>Is het erg bezwaarlijk een gast in uw bed toe te laten ? Deze dame heeft autopanne en kan niet verder.
Mijnheer van Baal stemt toe, wikkelt zich in het laken, keert zijn gezicht naar de wand en merkt alleen, dat er achter zijn rug om iemand bij schuift.
Maar dan begint de ellende
Na vijf minuten vraagt de dame, of hij >zo goed wil zijn het raam een beetje te openen, want het is zo wel wat benauwd. Maar tien minuten later blijkt het te tochten en moet het raam weer dicht. Dan na een paar minuten , kan misschien wel de kamerdeur open? Dat blijkt na een kwartier een hoop herrie te geven, dus ook maar weer dicht.
Mijnheer vanBaal baalt !!!
Wanneer de deur weer dicht is en hij weer naar de muur ligt te staren vraagt hij
Ø Nu heb ik een voorstel !
Ø > ??
Ø Zullen we doen alsof we man en vrouw zijn??
Er is slechts een lichte verbazing. Maar toch hoort hij >t’ís goed !
> Hou dan eindelijk je kop eens dicht en ga slapen !