Het was zondag 13 augustus 2006. Ik werd wakker. Ik dacht: "vandaag ga ik eens niet naar mijn moeder, ook al is het zondag ik ga niet naar het bejaardenhuis".
In de middag voelde ik me schuldig. Het leek alsof ik naar het bejaardenhuis moest. Ik ging. We hadden een leuke dag, daar aan de vijver. Ik legde moeder met veel geduld uit wat koikarpers waren, wat windes. Ik besloot nog wat te gaan wandelen eer ik naar mijn flat ging.
Op de terugweg kwam ik nog even langs het bejaardenhuis.
"Hé Mo" – zo noemde ze me, liefkozend – "kom hier krijg je een kleinigheidje van me". Dat 'kleinigheidje' waren 2 tientjes. Ik besloot ze te accepteren. Wetende dat zeggen dat ik dat niet nodig vond, niks zou uitmaken.
Ik liep naar mijn flat. Deed de deur open. Liep naar de telefoon. Er was ingesproken, door mijn moeder: "ik hou van je, vergeet je dat nooit?" en " liefs mama".
Ik huilde even. Van geluk.
Vijf minuten later ging weer de telefoon. Het bejaardenhuis. Een hersenbloeding was de oorzaak.
Ik huilde lang. Van verdriet.
Ik legde de 2 tientjes op mijn salontafeltje.
Daar liggen ze nu nog.13 april 2008.
Vol stof. Onaangeraakt. bijna 2 jaar alweer.
En meer waard dan 20 euro.
veel meer.
_______________________________________________________