Je hoort of leest niet veel over Solomon (ook Salomon) Maimon. Tijdens de zomercursus over de receptie van Spinoza bijvoorbeeld, sprak Ursula Goldenbaum over “Spinoza und die Pantheismusstreit” en “Spinoza und der deutsche Idealismus” en sprak David Wertheim over de perioden daarna over zijn voor- en tegenstanders onder de titels “Spinoza de joodse verlosser” en “Spinoza de joodse verrader.” In beide gevallen kwam Maimon niet aan de orde.
Een paar jaar nadat de Pantheismus-streit was uitgebroken kwam Maimon met een belangrijke interventie, zo is te lezen bij Biale (p. 32). In plaats van dat Spinoza God terugbracht tot de natuur of de wereld, bracht hij het bestaan van de wereld helemaal terug tot God. Spinoza was geen atheïst, maar juist het tegenovergestelde: een akosmist, een ontkenner van de kosmos. Spinoza zou de veelheid der dingen als niet-reëel zien, daar alleen God of de substantie reëel en waarachtig bestond.