In het dorpje waar ik nog een paar maandjes woon, is op vrijdag altijd een markt. Elke vrijdag loop ik daar even 'aan'. Marktkooplieden hebben een speciaal plekje in mijn hart. Ongeacht de weersomstandigheden, leuken ze toch altijd de boel op.
De man van de kippenbouten is de allerleukste.
Elke vrijdag maak ik een praatje met hem terwijl ik een kippenpootje 'op de vuist' verorber. Ik luister graag naar zijn praatjes.
Vrijdag vroeg hij of ik nog een wens had.
"Het lukt me maar niet om vegetariër te worden. Dat vind ik één van de onhebbelijkheden van mezelf. Ik bedoel: dieren die hebben toch ook gevoel. Ik zou wensen dat ik dat kon laten. Vlees eten."
Stiekum hoopte ik dat hij me gerust zou stellen.
Dat deed hij niet. Hij glimlachte. Gaf me een schouderklopje. En een tweede pootje. Gratis.
_______________________________________________________