Met het oog op de laatste bijeenkomst van de VHS-voorjaarscursus
over Spinoza’s René
Descartes, De beginselen van de wijsbegeerte in meetkundige trant uiteengezet en
de Metafysische gedachten van zaterdag
9 mei a.s. [cf.], waarin Han van Ruler de
Cogitata Metaphysica zal toelichten, dit blog ter mogelijke voorbereiding.
Al eerder wees ik in een blog
van 3 maart 2012 op het hoofdstuk van Theo Verbeek: “«Zijn» en « Niet-Zijn»
in Spinoza’s Cogitata Metaphysica,” in: Gunther Coppens (red.), Spinoza en de scholastiek [Acco,
leuven/Leusden, 2003]. Een inspirerend-geleerd artikel dat toen ik het las mijn
gevoelen dat er méér eigen filosofie van Spinoza in steekt, zeer versterkte (zie ook het citaat hieronder).
Ik eindigde dat blog met: "Kortom, alle aanleiding om
er eens een zomercursus aan te wijden. En daar dan zeker Theo Verbeek bij in te
schakelen." Het werd drie jaar later een lentecursus, waarbij niet Verbeek, maar Han van Ruler werd ingeschakeld.
Als u dat boekje al bezit, in de bibliotheek kan vinden of antiquarisch kan aanschaffen, zou ik zeker aanraden dat hoofdstuk te lezen, waarin Theo Verbeek duidelijk laat zien hoe het Spinoza daar gaat om uit te leggen wat entioa rationis zijn – en hoe belangrijk die zijn. Van Han van Ruler is het laatste hoofdstuk in dat boek, "Substantie en individu," en ook dat is een goede hulp om Spinoza beter te verstaan. De andere hoofdstukken zijn in het algemeen ook zeer lezenswaard en nuttig; u zult er zeker geen spijt van krijgen als u het op de kop weet te tikken.
Hierna citeer ik de slotalinea's, waarmee Verbeek zijn hoofdstuk eindigt: