Ook veilingcatalogus bibliotheek Abraham van Berkel onderzocht

0
407


Naar aanleiding van de recente blogs over Johannes Bouwmeester [deze en het vervolg van gisteren], ontving ik van Michiel Wielema de volgende tekst, die ik hierbij graag in dit weblog publiceer.

                                                   * * *  


Het door het Spinoza Web eerder deze week naar buiten
gebrachte nieuws dat de veilingcatalogus van Spinoza’s vriend Johannes
Bouwmeester was gelocaliseerd en de reactie daarop van Wim Klever dat dit
“hugely important news” betrof, hebben bij mij wel enigszins op de lachspieren
gewerkt. Ten eerste blijkt het via de website van de Dutch Book Sales
Catalogues (
http://bsc.idcpublishers.info/)
heel eenvoudig om veilingcatalogi uit de periode 1599-1800 te vinden
(Bouwmeester staat er ook bij; de UB Amsterdam heeft duizenden microfilms van
catalogi en het is te hopen dat die ook eens gedigitaliseerd gaan worden). Ten
tweede is het altijd zeer de vraag wat voor nieuwe informatie er uit dat soort
boekenlijsten te halen is. Dat Bouwmeester de werken van Spinoza (en de
gebroeders De la Court, Beverland en La Peyrère) bezat is bijvoorbeeld niet
echt een verrassing te noemen, wel misschien dat hij Koerbaghs Bloemhof blijkbaar niet had, een werk
waarmee Bouwmeester ook wel in verband is gebracht. Maar uit de afwezigheid van
een boek kan men nauwelijks conclusies trekken, net zoals de aanwezigheid van
een boek niet betekent dat de eigenaar het ook gelezen heeft.


Via de genoemde website is recentelijk ook de
veilingcatalogus van de bibliotheek van Abraham van Berkel (1639-1686) gevonden
(op microfilm, het origineel ligt in Sint Petersburg). Van Berkel is vooral
bekend als vertaler van Hobbes’ Leviathan
en als helper van de Koerbaghs tijdens de drukfase van Een ligt schijnende in duystere plaatsen in 1668. Helaas is de
catalogus incompleet. Hij bestaat uit drie stukken en de tekst breekt af in het
tweede stuk tijdens de tweede lijst van octavo boeken (elk van de 3 stukken heeft
een indeling in boeken in folio, quarto, octavo en dudecimo). Er zijn 918
titels bewaard gebleven, maar als men extrapoleert op basis van de vier getallenseries
kan het totaal aantal titels wel eens ergens tussen de 1400 en 1600 hebben
gelegen. Het is natuurlijk te hopen dat er nog eens een volledig exemplaar
opduikt.