Nogmaals over zelfgerechtigd als treffende en heldere vertaling van sui juris

0
368

Naar aanleiding van mijn eerste,
enthousiaste, bespreking van de vertaling door Karel D'huyvetters van
Spinoza's Staatkundige verhandeling, waarin ik juist zijn
vertaling van 'sui juris' met 'zelfgerechtigd' als een prima vondst
typeerde, bleek dat Wim Klever daar juist felle bezwaren tegen had.
Zie daarover de reacties op dat blog. Intussen blijkt hij daarover
ook op zijn facebookpagina geschreven te hebben; hij stuurde mij
daarvan onderstaande foto. Ik ben niet te beroerd om die hier op te
nemen, maar moet erbij zeggen dat e.e.a. volstrekt niet to the
point
is. Het daarin aangeroerde raakt de zaak niet. Bij de
screenprint schreef hij: "Sui juris bij Van den Enden." Nu
komt de term sui juris daar bij Van den Enden niet voor en is het dus
de eigen terugvertaling naar het Latijn door Klever van wat Van den
Enden daar bedoeld moet hebben. Maar de uitleg van die notie is bij
Spinoza niet anders, zoals we lezen in deze passage in hoofdstuk 11
§3
van de
Tractatus politicus

Addidi praeterea, quod
praeterquam quod legibus imperii teneantur, in reliquis sui juris
sint
, ut mulieres et servos secluderem, qui in potestate virorum
et dominorum, ac etiam liberos et pupillos, quamdiu sub potestate
parentum et tutorum sunt.

Dit wordt in de vertaling van
D'huyvetters:

"En ik voegde er bovendien
aan toe dat men niet alleen onder de wetten van het land moet vallen,
maar overigens ook zelfgerechtigd moet zijn, waardoor ik echtgenotes
en personen die in dienstverband werken uitsluit, die onder het gezag
van hun man of hun meester vallen, maar ook kinderen en leerlingen
zolang die onder het gezag van hun ouders of hun leraren vallen."