Ze was in Spinoza geïnteresseerd, maar behalve het Spinoza-artikel dat een onderdeel van haar proefschrift had moeten worden, schreef ze niet of nauwelijks over Spinoza. Ze schijnt wel door hem beïnvloed te zijn.
Ze studeerde vanaf 1921 filosofie aan de Vrije Universiteit van Madrid bij o.a. Ortega y Gasset, Zubiri en Garcia Morente. Ze beëindigde haar studie in 1927. Ondertussen was ze pro-republikeins politiek actief en schreef voor diverse bladen. In 1928 werd bij haar tbc gediagnosticeerd waardoor ze altijd getekend bleef.
Gedurende de jaren 1931 tot 1936 was ze assistent professor in de metafysica aan de Centrale Universiteit in Madrid. Gedurende deze periode werkte ze aan haar proefschrift dat ze niet afmaakte. In 1936 publiceerde ze daarvan slechts het artikel La salvación del individuo en Spinosa [De redding van het individu bij Spinoza]. In datzelfde jaar trouwde ze met Alfonso Rodríguez Aldave, secretaris van de Spaanse Ambassade in Santiago, Chili. Na de Spaanse Burgeroorlog verhuisde ze naar Mexico waar ze doceerde aan de Universiteit van Morelea en daarna naar Havana in Cuba om daar les te geven. Voorts verbleef ze in een soort van ballingschap in Italië en Zwitserland alvorens ze – overigens pas in 1984 – terugkeerde naar Spanje en zich in Madrid vestigde. Na haar overlijden is ze begraven in haar geboortestad Velez-Málaga.