Ooit, na de zomerbijeenkomst in Barchem van 2008 schreef ik een blog n.a.v. enige discussie over Wittgenstein en Spinoza tijdens de maaltijden en in de pauzes. Je kunt je een Wittgenstein gedurende de lessen nauwelijks voorstellen… Dat blog is later door een fout bij blogse.nl verdwenen en ik weet niet of daar veel mee verloren is gegaan: er waren in die gesprekken vergelijkingen getroffen tussen “causa sui” enerzijds en “Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen,“ anderzijds, de beroemde 7e en laatste stelling van de Tractatus Logico-philosophicus. Een raakvlak is, het werd niet vergeten, want je komt het altijd wel weer tegen, het feit dat de ethicus George Edward Moore de titel suggereerde van de uitgave in 1922 van de tweetalige, Duits-Engelse, editie van wat in 1921 in een Duitstalig tijdschrift verschenen was als Logisch-philosophische Abhandlung. Wittgenstein kon zich vinden in de naar de Tractatus Theologico-politicus (TTP) verwijzende titel Tractatus Logico-philosophicus [TLP]. Waarover je dan weer onzin leest als: “This was an allusion to Spinoza's Tractatus Theologico-Politicus”[hetgeen klopt]. Both texts erect complex philosophical arguments starting from basic logical assertions and principles [wat niet klopt, want daartoe wordt een vergelijking met de Ethica binnengesmokkeld].”[Van hier]
In tegenstelling tot Russell had Wittgenstein geen speciale waardering voor Spinoza. Maar toch. Op 15 augustus 1914 – hij is bij de aanvang van WO I als vrijwilliger euforisch in dienst gegaan – schrijft hij in zijn dagboek: "De Russen zitten ons op de hielen. We zijn vlakbij de vijand. Ben in goede stemming, heb weer gewerkt. Het beste kan ik nu werken, terwijl ik aardappels schil. Meld me daar altijd vrijwillig voor. Het is voor mij hetzelfde als het slijpen van lenzen voor Spinoza was". Daarin proef je toch een zweem van identificatie.