De Spinozismusstreit die in Duitsland door Jacobi’s Spinozaboekje in 1785 begon, en die door Moses Mendelssohn omgevormd werd tot een Pantheismusstreit, maakte dat het beeld van Spinoza kantelde en er voor het eerst openlijk kon worden toegegeven dat men zich als Spinozist zag. Daarbij draaide het beeld van Spinoza van de alom verguisde atheïst 180o om tot zelfs de gottbetrunkener Mensch van Novalis. Tegelijk werd het Spinozabeeld tevens van materialist (a la D’Holbach en Diderot) omgebouwd tot idealist – een “Transcendentale Idealist” volgens Kant (wat hij daarmee ook bedoeld moge hebben) en volgens Hegel, dan zijn we al een tijdje verder, startte elke filosoof met Spinozisme of hij was geen filosoof.
Het verhaal is – althans onder Spinozisten – ruim bekend.
Tezelfdertijd ongeveer zou er in Nederland een vergelijkbare omwenteling in het Spinozabeeld hebben plaats gehad. Het is de verdienste van Henri Krop daaraan een studie te hebben gewijd: “A Dutch Spinozismusstreit: the new view of Spinoza at the end of the eighteenth century” [In: LIAS 32 (2005), 1, p. 185 – 211]. In die minder bekende Nederlandse Spinozastrijd zouden rollen zijn gespeeld door:
Ÿ Francois Hemsterhuis (1721-1790), de eerste Ned. Filosoof die een ander beeld van Spinoza bracht
Ÿ Johan Frederik Hennert (1733 – 1813), Utrechtse professor in filosofie en wiskunde
Ÿ Bernard Nieuhoff (1747 – 1831), filosofieprofessor in Harderwijk, schreef Over Spinozisme