Kazimierz Lyszczynski (1634 – 1689) onderging een lot dat Spinoza bespaard bleef

0
449

 

Op 30 maart 1689 werden op het
marktplein in Warschau Kazimierz Lyszczynski zijn tong uitgetrokken,
zijn hoofd afgeslagen en zijn lichaam verbrand tezamen met zijn
gewraakte boek – en dat alles om een paar woorden die de geur van
atheïsme zouden hebben verspreid. In Polen worden momenteel pogingen
in het werk gesteld om, net als in Frankrijk voor de omgebrachte
jonge Chevalier de la Barre [zie blog],
een monument op te richten en om de dag van de terechtstelling van
Lyszczynski als "Dag van het Poolse atheïsme" te
herdenken.

Lyszczynski, van adellijke
afkomst, ontving zijn opleiding aan de jezuïeten-academie in
Vilnius. Hij zou een boek De Non-existentia Dei geschreven
hebben, maar volgens een ander verhaal zou hij alleen maar een glosse
hebben aangebracht in de kantlijn van een boek van de protestantse
godgeleerde Henry Aldsted, Theologia Naturalis, waarvan hij
vond dat de auteur een zo belabberd bewijs van het bestaan van God
had gegeven, dat je er ook het niet bestaan uit had kunnen afleiden.
Daarom had hij in de kantlijn geschreven “ergo non est Deus.
In 1687 hadden de jezuïeten zijn arrestatie gelast om hem door het
bisschoppelijke gerechtshof te laten berechten.