De lunchpauze was begonnen en hij moest nog even een pakje naar het postkantoor brengen. Het weer viel tegen.
Toen hij op weg naar buiten de deur van de lift open deed stond daar al een collega in. Een leuk, knap vrouwtje, maar dat moest ook wel, anders werd je nooit de secretaresse van de directeur.
Na twee keer hallo zei zij, met een duidelijke huivering onder haar regenjas
> Er staat weer veel wind!
> Dat geeft niets ! Zo lang als hij maar blijft staan. Je moet pas echt uitkijken als ie gaat waaien !
Het duurde drie weken eer Germaine weer een woord met hem wisselde.
Hij was altijd het eerst op kantoor. Dat kon met zijn werk en hij gebruikte de vrije, late middaguren thuis om wat taken te verrichten.
De kantoorruimte van de onderneming was een totale verdieping in een L-vorm. De verschillende bedrijfsonderdelen hadden zo hun eigen »blok«, zodat de directe collega’s ook direct contact met elkaar hadden.
De tweede collega, die iedere dag vroeg op haar werk verscheen, een kwartier na hem, was de secretaresse van de personeelschef. Zij had de gewoonte, om bij binnenkomst overal, waar ze maar zou moeten zijn de verlichting te ontsteken. Zelfs op het toilet., maar dat kon hij natuurlijk niet controleren.
Hij was – het was in de tijd van de auto-loze zondagen – juist gewend om alleen boven zijn blok de drie tl-buizen te ontsteken.
Op een morgen kwam zij weer binnen en na een vrolijk Goede Morgen zei ze
> Ik snap niet, dat je zo altijd in het donker kunt werken!
Hij was oprecht verrast en wist zo direct niets anders te bedenken als
> Zelfs in de Bijbel staat al geschreven, dat de Kinderen van de Duisternis talrijker zijn, dan de Kinderen van het Licht.
Dat zou zij dan toch als een compliment moeten kunnen beschouwen ???
Nou, nee dus ! De deur knalde achter haar dicht, het begin van een tweeweekse »radiostilte« !