Naar aanleiding van het vorige blog, ontving ik (zoals ook in de reacties erop te
lezen is) scans van Wim Klever van het artikel dat hij in 1991 publiceerde in Studia Spinozana: “A New Document On De
Witt’s Attitude Towards Spinoza.”
Van die (lichte, maar redelijk leesbare) scans heb ik een
PDF gemaakt dat ik hier
op internet heb geplaatst. Ik heb dat gedaan, hoewel het artikel gebaseerd
is op een vergissing en aldus een nieuwe legende aan de oude legendes toevoegde.
Klever behandelt de legendes, maar opvallend is dat het gedegen
1928-artikel van N. Japikse door hem niet genoemd wordt en kennelijk niet
gebruikt is. [Cf. voor de vindplaats het vorig blog]
Het alleropvallendste is echter de toeschrijving van een
passage in een reisdagboek van Jacob Gronovius: «Als Spinosa gehoort had, dat
syn Exc. syn boeck mispresen had, sond hy iemant an syn Exc. om met hem daer
van te spreken, doch kreeg tot antwoort, dat syn Exc. sulck een man niet
begeerde over syn dorpel te syen» (UB Leiden: LTK 859, f. 26).
De daarin tot tweemaal toe genoemde "syn Exc."
wordt door Klever geïnterpreteerd als de raadspensionaris Johan de Witt. Maar
uit het werk van Pina Totaro blijkt dat het om Cosimo III (1642-1723) ging die –
op bezoek in Den Haag – weigerde "sulck een man" als Spinoza te
ontmoeten.
Dat Klever met terugwerkende kracht die eerdere foute
toeschrijving, waarop hij een negatieve houding van De Witt tegenover Spinoza
meende te kunnen baseren, niet heeft ingezien, terwijl hijzelf degene was die mij
twee jaar geleden informatie voor mijn blog over Cosimo III en deze dagboekpassus toezond, is op z’n
minst opmerkelijk te noemen.
Enfin, ik heb dit artikel toch opnieuw gepubliceerd, daar het via dit blog ontkracht kan worden en deze nieuwe legende zo uit de wereld kan worden geholpen.