Gisteren had Amir Aczel op
Huffingtonpost
een stuk "Killing Einstein's God." Graag wijs ik erop en deel hier mijn leesplezier.
Ik zeg niet dat ik wat
"Einstein's laat staan Spinoza's God" alles geheel doorzie
en daarin ook maar het laatste woord zou kunnen hebben, maar het
gebruik in dat stuk van allerlei termen doet mij vermoeden dat het de auteur, die
erop wijst zich al vele jaren met Einstein te hebben bezig gehouden,
het omschrijven van diens God ook niet helemaal in de vingers heeft.
Over God spreken als "creative
external power", schrijven: "Albert Einstein believed in
something like Spinoza's "God": a powerful entity that
transcends the world," maar dan weer: "discussing an
external motivator for the creation of the universe was abhorrent to
the father of the theory." En: "Einstein always thought in
terms of an immanent God, the creator of the laws of physics — not
the cranky old man of Genesis, but still a mysterious force that
brought us a universe, or at least created the laws of physics."
Taal en God… het blijft
behelpen.