Dat Lessing zich met Spinoza heeft bezig gehouden is onbetwijfelbaar. Hij las Voltaire, Diderot, Rousseau en Bayle. In Breslau , tijdens de zevenjarige oorlog secretaris van de Pruisische generaal Tauentzien, maakte hij grondige studie van Spinoza en Leibniz. Mogelijk is hij behoorlijk door Spinoza gefascineerd geweest. Maar uiteindelijk werd de grote literator Lessing, vriend van Mendelssohn, geen volbloed Spinozist. Daarvoor was hij teveel ervan overtuigd dat er in de natuur en vooral in de geschiedenis teleologie te ontdekken was. Veel meer dan door Spinoza was hij beïnvloed door Leibniz, een voorganger als bibliothecaris van de hertogelijke bibliotheek te Wolfenbüttel, waarvan Lessing van 1770 tot zijn dood in 1781 bibliothecaris was.