Friedrich Schelling (1775 – 1854)
"Niemand mag hopen tot waarheid en volmaaktheid in de filosofie te zullen voortschrijden, zoo hij niet althans ééns in zijn leven zich in den afgrond van het Spinozisme heeft laten verzinken."
[Werke. Erste Abt. Band X.]
Wilhelm Windelband (1848 -1915)
"Zijn systeem is misschien wel het meest indrukwekkende begrips-poëem (Begriffsdichtung) dat ooit een menschelijk brein ontsprong; het strikt logische van zijn denken en de klare zuiverheid van zijn overtuiging verzekeren hem de bewondering van het nageslacht. Maar steeds zal ook de onoplosbare tegenstrijdigheid tusschen den gloed zijner godsliefde en de snijdende kilheid zijner wereldbeschouwing de rust afbreuk doen waarin men den geweldigen samenhang zijner gedachten zou wenschen te genieten."
[Geschichte der neueren Philosophie, 1.]
Heinrich Heine (1797 – 1856)
“Bij de lectuur van Spinoza grijpt ons een gevoel aan als bij den aanblik der natuur in haar diepst-levende rust. Een woud van hemelhooge gedachten, wier bloeiende toppen in wuivende beweging zijn terwijl de onwrikbare stammen wortelen in de eeuwige aarde. Er is in de geschriften van Spinoza een zekere atmosfeer die onverklaarbaar is. Het is alsof de luwten der toekomst ons er uit tegenwaaien."
[Geschichte der Religion und Philosophie in Deutschland.]
Hij had nog een bekend citaat van Hegel, maar dat sla ik over. In plaats daarvan voeg ik daar nog aan toe:
Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832)
"Die alles ausgleichende Ruhe Spinozas kontrastierte mit meinem alles aufregenden Streben.. und ..machte mich zu seinem leidenschaftlichen Schüler, zu seinem entschiedensten Verehrer.”
["Dichtung und Wahrheit"]
De Ethica-vertaling van Van Suchtelen is o.a. hier en hier op een Russische site te lezen. En de tweede uitgave bij de DBNL