tussen Spinoza en Johan de Wit een bedacht sprookje was. Dat dat zo was maakte dr.
N. Japikse duidelijk tijdens de voordracht over “Spinoza en De Witt” die hij
hield op 29 mei 1927 tijdens de jaarlijkse vergadering van de Vereniging Het
Spinozahuis.
Dr. Nicolas Japikse (1872 – 1944) was Nederlands historicus,
directeur van het Bureau van 's Rijks Geschiedkundige Publicaties en conservator
der Koninklijke Bibliotheek in Den Haag [cf. Huygens Instituut]. Hij had eerder de biografie geschreven Johan de Witt [Meulenhoff & co, Amsterdam [Nederlandsche historische bibliotheek deel IX], 1915. 358 pp.], waarin hij ook de TTP had behandeld, en haalde nu de ontstane legende adequaat
onderuit door de beschikbare bronnen nauwkeurig te onderzoeken en voorts de
onwaarschijnlijkheid van een dergelijke relatie te analyseren. Dat gebeurde in
die vergadering waarin secretaris W.G. van der Tak verontwaardigd
terugblikte "dat toen in Februari j.l. van buitenlandsche zijde een
gedachtenisviering van Spinoza's sterfdag georganiseerd werd, men daarbij
volstrekt geen overleg gepleegd had met Het Spinozahuis en evenmin een
Nederlandsch geleerde van naam had aangezocht om naast buitenlanders het woord
te voeren” {Cf. blog]. Wat Japikse daar bracht is nog na te lezen in zijn
artikel "Spinoza en De Witt" dat het jaar erop verscheen in Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en
Oudheidkunde [BVGO, 6e reeks, 6e deel (1928) 1928, p. 1-16 –
gedigitaliseerd cf. BVGO]