Zij werkt veel met teksten van Nietzsche en kon deze goed gebruiken. Haar identificatie met die kunstenaar-filosoof gaat ver. Vorige zomer heeft ze gewandeld in het Sils-Maria van Nietzsche in de Zwitserse Alpen (“6000 voet boven de zee en veel hoger nog boven alle menselijke dingen”) en nu is ze bezig aan een serie "Travelogues" (reisbeschrijvingen): tekeningen/schilderingen op rollen papier van 10 meter lang en 152cm hoog. Met kroontjespen schrijft ze teksten uit Nietzsche's De vrolijke wetenschap, maar ook uit de correspondentie die in deze omgeving ontstond.
Zou Marjolijn van den Assem op Sils-Maria ook iets bespeurd hebben van de huiveringwekkende gedachte over de eeuwige wederkeer der dingen die Nietzsche daar overviel? En hoe door de ontgoddelijking van de natuur Spinoza’s "Deus sive Natura" wel omgezet móest worden in “Chaos sive Natura”? Dat de ontgoddelijkte natuur alleen nog chaos laat bestaan, kan ze in ieder geval in De vrolijke wetenschap tegenkomen.