Bloot sloeg niet dood, maar …. was toen dapper !

0
701


Het is zomer 1947.
Ik ben bang, dat dit in de jaren van de ouders van de huidige lezers moet zijn.
Met mijn trouwe schoolvriend ben ik op familiebezoek – van hem – in België.

Nee, niet mijn eerste buitenlandse reis. Ik was al eerder via Antwerpen naar Zeeuws Vlaanderen gereisd. Maar nu dus echt.

Met de nodige voorbereidingen. Onder andere over het taalgebruik. Ze spreken er wel nederlands, maar het is niet altijd congruent. Veel gevaar kan het niet, alleen bij de laatste fase van de digestie. Zeg nooit poepen, maar altijd kakken.

En zoiets vergeet je dan weer. Tot het op de praktijk aankomt. Voor ik ‘s avonds naar bed ga, vraag ik aan tante Sophie >Waar is de wc ?<

Er verschijnt een lachje rond haar mond, ze heeft het kennelijk niet begrepen.
> Ik bedoel, als ik vannacht moet poepen, waar kan ik dan terecht ?
De lach wordt stralender. Alleen al door het Beter Begrip.
>> Dat doe de maar in bed, gelijk wij ook doen.
Ik ben met stomheid geslagen, hoe houden ze het hier dan allemaal schoon ?
Maar dan herinner ik de wijze les over het gebruik van nederlandse woorden. En ineens is het helder voor mij. Poepen is vrijen.
Mijn vriend helpt mij verder de trap op. Dat is wat ze op school neuken noemen.

 

De laatste dag zouden we het Rubenshuis gaan bezoeken. Een goed plan volgens nonkel Sjefke. Dan heeft hij voor de avond ervoor een speciale aanbieding. De Kunstkring verzorgt een lezing. Het onderwerp is Manneke Pis. Da’s wel niet in Antwerpen, maar het is een goede start om de leden eens wat over het naakt te vertellen. En dan over het Verschil tussen Naakt en Bloot. Nonkel Sjefke zegt, dat we bij Rubens veel Bloot zullen gaan zien.
Tante Sophie is als een zorgzaam moeke. Ze waarschuwt ons op onze woorden te letten, want Ge hebt hier zo het stempel van Zotteke te pakken.
En dat dan gebeurt, voor je er erg in hebt.

De meneer-verteller zegt, dat ze in Brussels altijd komparsie hebben met dat Manneke. Dat staat daar maar in z’nne blote kont te plassen en daarom geeft iedere bezoeker, maar meest een gezelschap, het beeldje een pakske aan.
Ik verzucht zachtjes > Bij ons thuis hoeft dat niet !
Maar mijn zucht is dan toch te luid voor de omgeving en een daverend gelach barst los, Weer z’nne stomme ollander. Maar de ramp is geschiedt en na de voorstelling wordt nonkel Sjefke gelukgewenst met zijn aanwinst. ‘n Echt zotteke!

De andere dag op naar het Rubenshuis. Wat moet die vent rijk geweest zijn. Dat is het eerste wat bij me opkomt. Echt nederlands dus. Kennelijk niet verwoest door de V-1's en V-2' s een paar jaar eerder. Het gebouw is niet diep, vanuit de hal kun je al de tuin inkijken. Maar het gaat eerste naar boven. Smalle trapjes en de overal overheersende lucht van geboend hout. Al voortgaande wordt de stof van de vorige avond aardig uitgediept.

Bij de eerste vrouwenbeelden komt al ergens vanuit het rondtrekkend gezelschap de opmerking
> Je verstaat niet, waarom er nog kinderen geboren werden toen, met zulke koeien van vrouwen !
De rondleider pikt gelijk de discussie op:
> In die tijden sliep, vooral het gewone volk naakt. En met meerdere personen in een bed. Zeker en vast in de gastenverblijven. En zo wist men nooit, of men ‘s morgens wel op de zelfde plaats zou ontwaken als waar men ‘s avonds was ingestapt. Je moest je plaats wel verdedigen, aan het werken met armen en benen viel niet te ontkomen. Aan het zuchten en steunen onderweg kon men merken, dat er wel eens een pauze werd ingelast. En daar bleef het dan niet bij. Maar het werd de mensen dan ook wel gemakkelijk gemaakt. In die tijd bestond er nog geen geboorteregister.
 
Als laatste zaal, voor we door de prachtige tuin geleid werden, kwamen we in de grootste zaal, links van de ingang. Metershoge schilderijen. En hier werd duidelijk gemaakt, wat dan wel het verschil tussen bloot en naakt was.
Het kwam er op neer, dat bloot zonder kleren is en naakt ook, maar dan met een ander doel.
Dit wat ge hier allemaal kunt zien, is dus bloot en niet naakt.
> Maar jullie zijn daar toch niet bij geweest !
Gelukkig was ik er nu beter bij en bleef deze opmerking tussen mijn kiezen hangen.

Het leuke is, dat ik in de jaren daarna zelf verschillende mensen door hetzelfde huis mocht voeren. Met hetzelfde verhaal. Maar dan met mensen, die zo van huis uit niet direct met onze – veranderende – moraal bekend waren. Maar ondanks dat, kwam het besproken verschil steeds aardig over. En kan ik, nu het verschijnen van dergelijke beelden een meer gewone zaak geworden is, ook daar gemakkelijk van deze kennis gebruik maken.