“’Hersenen maken Geest’ staat op één lijn met ’Nier schrijft roman’,” aldus Keizer, die erop wijst dat het al van bij de Grieken mis ging: die joegen Geest en Stof uiteen.
Hij eindigt dan met: “Ik wil dat soort uitdrukkingen over de hersenen vermijden waarin ze opgescheept worden met geestelijk leven of aan het werk gezet om geestelijk leven te maken. De vraagstelling is doorwoekerd met allerlei onuitgesproken aannames die verdere exploratie even nutteloos als onmogelijk maken.
Kijk maar naar wat deze vraagstelling tot nu toe heeft opgeleverd: niks.
Nou, stel jij de vraag dan eens anders. Dat kan ik niet, daar moet je een groot filosoof voor zijn.”