In ons vorig huis hadden we wat nauwere contacten met onze rechterburen. Niet, dat we iedere week bij elkaar over de vloer kwamen, maar we bezochten elkaar wel regelmatig. Hun en onze verjaardagen waren altijd wel een gelegenheid voor een lange avond samen. Vandaar, dat we nooit op de dag zelf kwamen, maar altijd in het weekeinde er voor of er na. Dan hadden we de tijd aan ons zelf en zaten we niemand anders in de weg.
Cor had een grote plaats in het hart van mijn vrouw. Met twee rechterhanden en overal verstand van was hij het tegengestelde van mij. Dat kwam dus goed uit, als er wat te klussen viel in huis of tuin. In het voorjaar moesten de zware berkenhouten tuinmeubels de schuur uit en in oktober weer naar binnen. Cor klaarde de klus voor ik er naar gekeken had. Het spannen van de waslijnen, het repareren van het gasfornuis en wasmachine, Cor klaarde het in een wip en was zelfs nog bereid om ‘s avonds laat daarvoor langs te komen. Ik was bang voor stroom en had een hekel aan »vieze« dingen. En de vrouw van Cor, Adri, was een goede vriendin voor mijn vrouw, waar ze al haar vrouwelijke klachten vertrouwd aan kwijt kon. Wij hadden het dan ook meestal over onze privé C.-en A.
Wat ik erg in Cor waardeerde was zijn kunst van verhalen vertellen. Ook hiermee kwam het goed uit, dat we »apart« op verjaardagsvisite gingen.
De buren waren wel een stuk ouder dan wij, hun drie kinderen waren allang de deur uit en hadden zelf een gezin. Vandaar, dat hun verjaardagen ook altijd vol tumult waren, muziek waar mijn vrouw en ik niet zo op gesteld waren, maar, zei Cor dan.. >dat weet je als ze de deur uitgaan en er als oudere kinderen er weer terugkeren. Dan brengen ze hun eigen wereld mee<.
Zo waren we er ook weer toen hij zijn zestigste verjaardag gevierd had. Zaterdagavond was het onze beurt en we hoefden niet op de klok te kijken. En… als buren lag je twintig minuten na vertrek weer in je eigen bed! Hoe dan ook.
En zo kwam al voor de tweede koffie het Thema op Tafel! Zijn jongste zoon was gaan studeren en was helemaal weg van de bijnamen, die professoren en docenten in de loop der jaren verworven hadden. Wij konden er hartelijk om lachen. En ook soms bewondering opbrengen, wanneer we ook over de achtergrond van zo’n bijnaam werden geïnformeerd
Jaap moest echt wat van z’n vader geërfd hebben, want die kon het heel aardig weergeven, waarom ze er een paar dagen eerder zo om gelachen hadden.
>Maar<, sprak Cor bij het eerste borreltje, >wij konden er vroeger ook wat van !<