Het Nederlands debuut in de Giro kon niet glansrijker. Wim van Est
soleerde in 1953 direct naar de overwinning in de eerste etappe. Niet
zo vreemd dat juist de Beer van 't Heike die primeur op zijn naam
schreef, want Wimme was ook al de eerste landgenoot die het geel van de
Tour om zijn schouders mocht dragen en de eerste Nederlander die
zegevierde in Vlaanderens Mooiste. De primeurjager werkte echter ook
hard aan een andere reputatie: die van brokkenkampioen. Met het roze om
de schouders trapte krachtmens Van Est in de tweede rit eerst zijn
versnellingsapparaat aan puin, maar het was uiteindelijk een platte
tube die hem de leiding in het klassement kostte. Het verhaal gaat dat
hij in elke etappe nog minimaal een keer met het asfalt in aanraking
kwam omdat hij steevast met zijn handen bovenop het stuur rondreed. De
Wille-brorder had na zijn val in de afdaling van de Aubisque in de Tour
van 1951 dan ook een naam hoog te houden.