Enkele dagen terug (voor de regen dus…) stond er op mijn lijstje : op het land werken, hout zagen én een deel van de gevel stuccen.
‘s Avond was niets van dat alles gedaan … Ik had ’s ochtends bij het ontbijt toevallig in een Italiaans kookboek gebladerd en zo op een traditioneel gerecht gestoten, ‘mosto cotto’.
Dat is ingekookt druivensap dat als basis dient voor balsamico azijn, voor mostarda en in vroegere tijden gebruikt werd als vervanger van donkere honing, dus ook heerlijk bij kaasschotels en zwaardere vleesgerechten.
Ik besloot daarom onze buurman (bedankt Kees&Tiny!) zijn wijndruiven te plukken, een uitermate ‘raccolta tardiva’ maar net daarom uiterst geschikt voor dit gerecht, je hebt immers overrijpe wijndruiven nodig waarvan het suikergehalte te hoog is geworden om nog wijn te kunnen maken zodat er geen kunstmatige zoetstoffen moeten toegevoegd worden en alles puur natuur blijft.
Ik schat daar ongeveer acht kilo druiventrossen te hebben verzameld die ik met de hand trachtte te zuiveren tot enkel de druiven zelf overbleven. Die probeerde ik eveneens met de hand zo goed en zo kwaad als mogelijk te persen tot er enkele liters zuiver bio druivensap overbleef, het voelde alsof ik met een teletijdsmachine terug in het verleden was geflitst.
Dat zette ik op het gasvuur – een traag houtvuur en geen inoxpot ware nog beter geweest – om gedurende enkele uren te laten inkoken tot nog ongeveer één derde van het geheel overbleef.
Het ietwat nietige restant bracht ik over in kleine bokaaltjes om deze winter bij allerlei lekkers uit de kast te halen, veel werk om van 8 kilo druiven 8 kleine potjes over te houden maar een zalig gevoel, de tijd en de vrijheid te hebben om een dag zogenaamd nutteloos door te brengen en een oude traditie uit te proberen, een mens wordt daar tevreden van en laat dat nu net de bestaansreden van Verdita zijn!
Update : Ondertussen een avondje doorgebracht met een vino passito gemaakt door een andere buurman, enkele Italiaanse kazen, warm stokbrood, heerlijke charcuterie en één van mijn potjes. Yep, leven als God in Piemonte!
(Nicolas)