De Italiaanse aronskelk (Arum italicum) komt voor in Zuidwest-Azië, Noord-Afrika, op enkele eilanden in de Atlantische Oceaan en in Zuid- en Zuidwest-Europa, noordelijk tot in Midden-Frankrijk, Zuid-Zwitserland en Zuid-Engeland. Elders is deze ingevoerd als sierplant en hier en daar ingeburgerd, o.a. ook bij Buenos Aires. Bij ons is deze plant al in de 17 eeuw in Nederland ingevoerd om het assortiment stinsenplanten te verrijken, dit zijn planten die vooral op buitenplaatsen aangeplant werden. In het Landgoed bij mij achter het huis is deze plant op een minder flatteuze manier hier terecht gekomen. In het verleden is deze samen met huisvuil en ander tuinafval hier illegaal gestort. Tijdens het opruimen zijn er een paar bolletjes over het hoofd gezien en heeft de aronskelk zich gevestigd en door de jaren heen steeds verder uitgebreid. De Italiaanse aronskelk heeft juist in de winter zijn top bereikt. De opvallend wit geaderde pijlvormige bladeren van deze plant verschijnen pas in de herfst. Gedurende de winter groeit de plant gestaag uit. Vorst zorgt alleen voor een pauze in de groei, de plant heeft er zelf niet onder te lijden, wat je niet zou verwachten als je het glanzende vrij grote blad ziet. In april-mei bloeit de plant met witgroene bloeiwijze die lijkt op een opstaande zakdoek met daarin verdikte gele bloeikolf. Het zijn wat slordige bloemen die niet echt opvallen. Hierna sterft het blad van de plant spoedig af. Toch is het dan nog niet voorbij met deze bijzondere plant, want in juli-augustus verschijnen opvallende knaloranje kolven! Waarna in oktober het eerste blad weer verschijnt en de cyclus zich herhaalt. De aronskelk is een sterke plant, die zelfs op schaduwrijke plaatsen nog goed groeit. Zowel het blad als de bessen zijn giftig. Voor de gifmengers onder ons zit er in de plant onder meer calciumoxalaatkristallen en oplosbare zouten van oxaalzuur in voor. Beide stoffen kunnen veel allergische reacties veroorzaken dus wil je blaren hebben moet je er vooral aan komen! Het is een plant die vooral voorkomt in vruchtbare en vochtige loofbossen. Ook nabij heggen komt de plant voor. De bloem verspreidt een lucht van rottend vlees, waar vliegjes op af komen. Wanneer ze op het binnenblad van de bloem komen, dan glijden ze naar binnen. Ze kunnen de bloem dan niet verlaten. De volgende dag echter, is het blad minder glad waardoor ze de bloem verlaten kunnen en het stuifmeel mee naar buiten nemen. Eenmaal buiten worden ze weer aangetrokken door een andere "aas"bloem. De aronskelk wordt als exoot gezien maar deze interessante plant is al eeuwen zelfstandig ingeburgerd. Hoewel deze door iemand samen met het vuilnis uit huis is gezet, is deze warmbloedige Italiaanse aronskelk voor het Landgoed een mooie aanwinst.