Met het rondje om de vijver zag ik ineens een Kolgans (Anser albifrons).
Zo'n zelfde soort gans die van vorig jaar die een tijdelijke baan had
als oppasser van de pullen van de Grauwe ganzen. Qua uiterlijk doet de
Kolgans sterk denken aan de Grauwe gans, maar hij is iets kleiner.
Opvallend is zijn kol:
een grote witte vlek rond zijn snavel. De snavel van de Kolgans is niet
oranje maar roze. Volwassen Kolganzen hebben een bruingrijs verenkleed
met een variabele hoeveelheid zwarte banden op de buik.
De witte bles rond de snavel is kenmerkend maar bij jonge vogels is
deze bles afwezig Ook de typische zwarte banden ontbreken dan nog op de
buik. Vanwege deze kenmerken is deze Kolgans dan ook waarschijnlijk een
eerste jaars dier. De volwassen Kolganzen broeden op op de Russische toendra’s tot in het westelijke deel van
Siberië. Kolganzen trekken in de loop
van februari en maart vanuit Nederland naar het hoge noorden. Via landen
langs de Oostzee gaan
ze geleidelijk naar de broedgebieden waar ze begin juni arriveren. Vaak
ligt daar dan nog volop sneeuw en ijs en moeten ze wachten op de dooi
voordat ze kunnen beginnen met broeden. Na het grootbrengen van de
jongen trekken ze vanaf begin augustus alweer naar het zuiden en eind
september komen tegenwoordig de eersten Kolganzen in Nederland weer aan.
Deze eerste jaars Kolgans heeft dus in zijn korte leven al een hele vlucht erop zitten en
heeft binnenkort weer een hele vlucht voor de boeg. In Nederland is
het aantal Kolganzen recent flink toegenomen. Tot 1970
werden tot circa 60.000 exemplaren in ons land geteld. Daarna nam het
aantal gestaag toe tot een maximum van 600.000 tot 700.000 vogels in de
periode 2000-2005. De grootste aantallen zitten in de provincie
Friesland,
waar tot de helft van alle in Nederland aanwezige Kolganzen kan
verblijven. Een vrouwtje met een rollator uit het verzorgingstehuis
maakt ook haar rondje en de eenden in de vijver hebben haar al gespot.
Ook de nieuwkomer heeft deze dagelijkse routine snel in de gaten en doet
naast gras eten ook vrolijk mee met de broodmaaltijd. Het is toch wel
leuk en geen wonder dat deze Kolgans even onze bescheiden dorpsvijver in
Midden-Limburg als tussen stop heeft uitgekozen om als veilige luchthaven te
gebruiken.
Zo'n zelfde soort gans die van vorig jaar die een tijdelijke baan had
als oppasser van de pullen van de Grauwe ganzen. Qua uiterlijk doet de
Kolgans sterk denken aan de Grauwe gans, maar hij is iets kleiner.
Opvallend is zijn kol:
een grote witte vlek rond zijn snavel. De snavel van de Kolgans is niet
oranje maar roze. Volwassen Kolganzen hebben een bruingrijs verenkleed
met een variabele hoeveelheid zwarte banden op de buik.
De witte bles rond de snavel is kenmerkend maar bij jonge vogels is
deze bles afwezig Ook de typische zwarte banden ontbreken dan nog op de
buik. Vanwege deze kenmerken is deze Kolgans dan ook waarschijnlijk een
eerste jaars dier. De volwassen Kolganzen broeden op op de Russische toendra’s tot in het westelijke deel van
Siberië. Kolganzen trekken in de loop
van februari en maart vanuit Nederland naar het hoge noorden. Via landen
langs de Oostzee gaan
ze geleidelijk naar de broedgebieden waar ze begin juni arriveren. Vaak
ligt daar dan nog volop sneeuw en ijs en moeten ze wachten op de dooi
voordat ze kunnen beginnen met broeden. Na het grootbrengen van de
jongen trekken ze vanaf begin augustus alweer naar het zuiden en eind
september komen tegenwoordig de eersten Kolganzen in Nederland weer aan.
Deze eerste jaars Kolgans heeft dus in zijn korte leven al een hele vlucht erop zitten en
heeft binnenkort weer een hele vlucht voor de boeg. In Nederland is
het aantal Kolganzen recent flink toegenomen. Tot 1970
werden tot circa 60.000 exemplaren in ons land geteld. Daarna nam het
aantal gestaag toe tot een maximum van 600.000 tot 700.000 vogels in de
periode 2000-2005. De grootste aantallen zitten in de provincie
Friesland,
waar tot de helft van alle in Nederland aanwezige Kolganzen kan
verblijven. Een vrouwtje met een rollator uit het verzorgingstehuis
maakt ook haar rondje en de eenden in de vijver hebben haar al gespot.
Ook de nieuwkomer heeft deze dagelijkse routine snel in de gaten en doet
naast gras eten ook vrolijk mee met de broodmaaltijd. Het is toch wel
leuk en geen wonder dat deze Kolgans even onze bescheiden dorpsvijver in
Midden-Limburg als tussen stop heeft uitgekozen om als veilige luchthaven te
gebruiken.


