De Wilde hyacint of Boshyacint (Hyacinthoides non-scripta, is een aantrekkelijk bolgewas uit de aspergefamilie (Asparagaceae). De plant werd reeds door de Carl Linnaeus (1753) beschreven, die deze de soortaanduiding non-scripta gaf omdat men bij deze plant in tegenstelling tot de hyacinten geen witte tekens in de bloemdekbladen kon onderscheiden. Linnaeus deelde hem in bij de hyacinten (Hyacinthus). Later werd de plant bij het geslacht Scilla ingedeeld. Na nieuwe inzichten wordt de plant ingedeeld bij het geslacht Hyacinthoides. De bladeren zijn lijn-lancetvormig, lang en 0,3-1 cm breed. De geurende blauwe bloemen zijn buis- tot licht klokvormig. Alleen de uiteinden van de tepalen zijn teruggebogen. De bloemen zijn trosvormig gegroepeerd, en hangen naar een zijde.
De vrucht is eivormig, de zaden hebben een zwarte kleur. De plant vermeerdert zich door zaadvorming en vegetatief door bijbolletjes. De plant is afkomstig uit West-Europa. Het verspreidingsgebied beslaat het noorden van het Iberisch Schiereiland, de Britse Eilanden, West-Frankrijk en West-België. Elders zoals in West-Nederland en Noordwest-Duitsland is de plant vermoedelijk verwilderd. In het Iberisch Schiereiland en Noord-Afrika wordt de verwante soort vervangen door de Spaanse hyacint Hyacinthoides hispanica, die bredere bladeren (1-1,5 cm) en een rechtopstaande stengel met geurloze, klokvormige bloemen met blauwe helmknoppen heeft. Deze is ook vaak in tuinen aan te treffen of verwilderd in bosrandjes waar tuinafval is gestort. In Nederland treft men de plant wild levend vooral in de binnenduinen aan. De in Nederland voorkomende planten worden meestal opgevat als te zijn ontstaan door bastaardering van Hyacinthoides non-scripta en Hyacinthoides hispanica, waarvan beide waarschijnlijk niet (meer) in zuivere vorm voorkomen. Hoewel men plaatselijk wel enkele planten kan vinden met ogenschijnlijk 'zuivere' kenmerken van één der oudersoorten, lijkt het beter om zulke planten op te vatten als de uiterste vormen van de volkomen vruchtbare hybridenzwerm van de twee oorspronkelijke soorten. Om de zuivere soort te bekijken moet je de grens over. In België komt de Wilde hyacint voor ten westen van de lijn Mechelen, Gembloers, Namen en Maas. De meest bekende en zelfs beroemdste fotoplek van het Europese vasteland voor deze soort is het Hallerbos bij Halle. De combinatie van beukenbos met een schaarse struiklaag, reliëf in het landschap en het massaal optreden van de Wilde hyacint maakt het zeer geliefd onderwerp voor natuurfotografen. Een paar jaar geleden heb ik ook het geluk gehad om dit voorjaarspektakel in dit zeer grote bosgebied te bezoeken. Het is werkelijk een overdonderend betoverend glooiend blauw bloementapijt.
Daarnaast heb je nog een kleiner bosgebied in België: het Muziekbos bij Ronse. In België benoemen ze sommige dingen heel mooi, de Wilde hyacint word liefkozend blauwe kousjes genoemd. Aan de andere kant van de Duitse grens in de deelstaat Noordrijn-Westfalen tussen de dorpen Doveren en Baal bevind zich ook een schitterend stukje bos met als ondergroei massaal Wilde Hyacinten. Een ander maar een nog veel kleiner bosgebied is het Gillesbusch bij Glimbach. Ook in Duitsland hebben ze een prachtige naam voor deze soort: Hasenglöckchen (Hazenklokje). Ondanks zijn massaal optreden zou je niet verwachten dat de soort bedreigd wordt. De Wilde hyacint heeft een grote voorkeur voor oude bossen en vanwege haar grote zaden zaait ze zich slechts in haar onmiddellijke omgeving uit. Het is dus zaak om de groeiplaatsen strikt te beschermen tegen ontbossing. Maar het grootste gevaar schuilt in de particuliere tuintjes. De Spaanse hyacint (Hyacinthoides hispanica) wordt in tuincentra aangeboden in de blauwe, roze en witte variant. Door deze soms woekerende plant, na een onderhoudsbeurt, van de tuin te ontdoen en te dumpen in de bosrand ontstaat er in toenemende mate hybridisatie met de wilde soort. Deze krachtige hybride, heeft bredere bladeren tussen de 1,5-4 cm, zwakgeurende, licht klokvormige bloemen met blauwachtige meeldraden op een minder gebogen stengel. De hybride is fertiel en door terugkruising ontstaan tal van tussenvormen. Daardoor is er een reëel risico dat de soortechte Hyacinthoides non-scripta op termijn op vele plaatsen verloren zal gaan. Het zal altijd wel een blauw bloementapijt blijven maar van een andere soort kwaliteit. Het is dus zaak om geen tuinafval achteloos in de bosrand te storten.